Torticollis is een bewegingsbeperking in de nek, waardoor de schedel aan één zijde meer belast wordt en daardoor afplat. Dit kan al ontstaan in de baarmoeder of postnataal als gevolg van een disbalans van de spieren.
Torticollis wordt ook wel scheefhals genoemd. Er zijn twee verschillende vormen van torticollis (ook bekend als spasmodic torticollis of the neck): een niet-acute vorm en een acute vorm
Niet-acute torticollis ontstaat vaak vlak na de geboorte en wordt meestal voor de derde maand na de geboorte ontdekt. De spier die vanaf het borstbeen en het sleutelbeen naar het oor loopt, is bij niet-acute torticollis verkort. Aan die kant van de nek zit vaak een verdikking, baby’s zullen daarom continu naar de andere kant kijken. Een moeizame bevalling kan een oorzaak van aangeboren torticollis zijn.
Sommige baby’s worden geboren met torticollis. Een verkorte nekspier zorgt ervoor dat de baby de nek draait. Wanneer de nekspieren worden uitgerekt of scheuren – tijdens een moeilijke of gecompliceerde bevalling – kan dit littekenweefsel veroorzaken. Hierdoor spannen de nekspieren verder aan, wat resulteert in een scheve nek. Het goede nieuws is dat torticollis kan worden teruggedraaid, maar alleen als baby’s behandeld wordt voordat ze 1 jaar worden. Baby’s met torticollis zullen zich niet anders gedragen dan baby’s zonder torticollis, tenzij het gaat om activiteiten waarbij draaien betrokken is.
Sommige baby’s met torticollis ontwikkelen een plat hoofd (positionele plagiocefalie) of kunnen een kleine knobbel of bult ontwikkelen in de nek, die vergelijkbaar is met een “knoop” in een gespannen spier. Beide aandoeningen verdwijnen vaak naarmate de torticollis beter wordt.